Dichters op dinsdag 108
Dit keer een mooi thema waarvoor ik een gedicht koos van Huub Beurskens over dansende muggen aan de waterkant. De foto maakte ik jaren geleden bij een amateur flamenco voorstelling.
Dans aan de waterkant
Zoals Cuyps koeien niet hun boeren toebehoren
maar het ochtendgloren en later op de dag weer
het onmelkbaar gloeiend gouden vervloeien,
van hun ruggen, in hun stille spiegeling terug,
zo zijn muggen aan de waterkant begonnen
met dansen, verzonnen door de dansbaarheidslust
van een schijnbaar zuchtjesloze zomeravondlucht.
Gevaar èn kans
Het Chinese karakter voor crisis Wei Ji omvat twee betekenissen: bedreiging èn kans. Beide polen zijn in iedere crisis aanwezig. Een crisis kan uiteindelijk leiden tot destructie, stagnatie en verbittering maar ook tot groei, beweeglijkheid, verrijking en nieuwe kansen. Het vervelende is dat je dat laatste niet altijd ziet als je er midden in zit. Toch blijkt vaak achteraf dat je van de grootste crisissituaties in je leven ook veel hebt geleerd.
Dichters op dinsdag 107
Mijn eerste ingeving bij het thema Polder voor deze DiDi is het gedicht van Hendrik Marsman dat ik al kende op de lagere school waar we het in ons schrift met bijzondere wetenswaardigheden moesten schrijven. Ik denk dat de meesten van jullie het wel kennen. De foto maakte ik op de Zaanse Schans een aantal jaren geleden.
Herinnering aan Holland?Denkend aan Holland?zie ik breede rivieren?traag door oneindig?laagland gaan,?rijen ondenkbaar?ijle populieren?als hooge pluimen?aan den einder staan;?en in de geweldige?ruimte verzonken?de boerderijen?verspreid door het land,?boomgroepen, dorpen,?geknotte torens,?kerken en olmen?in een grootsch verband.?de lucht hangt er laag?en de zon wordt er langzaam?in grijze veelkleurige?dampen gesmoord,?en in alle gewesten?wordt de stem van het water?met zijn eeuwige rampen?gevreesd en gehoord.
Mijn eerste ingeving bij het thema Polder voor deze DiDi is het gedicht van Hendrik Marsman dat ik al kende op de lagere school waar we het in ons schrift-met-bijzondere-wetenswaardigheden moesten schrijven. Ik denk dat de meesten van jullie het wel kennen. De foto maakte ik op de Zaanse Schans een aantal jaren geleden (klik voor vergroting).
Herinnering aan Holland
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
Dichters op dinsdag 106
Voor Dichters op Dinsdag nr 106 een gedicht van Judith Herzberg.
Zij schildert wat zij niet kan eten
niet kan bezitten niet beschrijven.
Zij schildert wat niet stil blijft
zitten niet gelijk blijft niet
verandert. Zij schildert wat zij
niet kan kweken niet kan vangen
niet vergeten. Zij schildert
wat zij niet kan raden pakken
of begrijpen. Wat ze niet
omhelzen kan verwennen
of verwijten. Verwaarlozen,
laten verwilderen. Omhakken,
verscheuren. Verbranden.
Betreuren. Zij schildert
waar zij niet van slapen kan
wat ze zich niet herinnert,
niet in kleur. Wat zij niet zingen
kan niet juichen.
Het onomlijnde blijft
onomlijnbaar lokken.
Dichters op dinsdag 105
Door dit thema 'Over de grens' koos ik het prachtige Lamento van Remco Campert. De foto bij dit artikel maakte ik in Zeeland, op de grens van land en water of land en lucht zo je wilt.
Lamento
Hier nu langs het lange diepe water
dat ik dacht ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar
hier nu langs het lange diepe water
waar achter oeverriet achter oeverriet de zon
dat ik dacht dat je altijd maar altijd
dat altijd maar je ogen je ogen en de lucht
altijd maar je ogen en de lucht
altijd maar rimpelend in het water rimpelend
dat altijd in levende stilte
dat ik altijd zou leven in levende stilte
dat je altijd maar dat wuivende oeverriet altijd maar
Langs het lange diepe water dat altijd maar je huid
dat altijd maar in de middag je huid
altijd maar in de zomer in de middag je huid
dat altijd maar je ogen zouden breken
dat altijd van geluk je ogen zouden breken
altijd maar in de roerloze middag
langs het lange diepe water dat ik dacht
dat ik dacht dat je altijd maar
dat ik dacht dat geluk altijd maar
dat altijd maar het licht roerloos in de middag
dat altijd maar het middaglicht je okeren schouder
je okeren schouder altijd in het middaglicht
dat altijd maar je kreet hangend
altijd maar je vogelkreet hangend
in de middag in de zomer in de lucht
dat altijd maar de levende lucht dat altijd maar
altijd maar het rimpelende water de middag je huid
ik dacht dat alles altijd maar ik dacht dat nooit
hier nu langs het lange diepe water dat nooit
ik dacht dat altijd dat nooit dat je nooit
dat nooit vorst dat geen ijs ooit het water
hier nu langs het lange diepe water dacht ik nooit
dat sneeuw ooit de cipres dacht ik nooit
dat sneeuw nooit de cipres dat je nooit meer
Dichters op dinsdag 104
De Reizigster
Achter de deuren stelt?zich de wet die hem?aan mij bindt, maar?achter het behang??wacht wat blijft als ik?wegga: hij hoort mijn?stilte als een vonnis?aan, langs mijn wang??verglijden zijn handen?als rimpels op stilstaand ?water: nooit blijf ik lang??de zinkende stenen?staan als avondkoffers?gepakt in de gang.??------------------------------?uit: Vrouwenvertrekken', 2004.
Een beetje laat maar toch niet minder graag gedaan nog een gedicht voor Dichters op Dinsdag en dit keer dus op Zaterdag. Een gedicht van Kris Pint uit de bundel Vrouwenvertrekken', 2004 is mijn bijdrage voor Dichters op Dinsdag aflevering 104 met het thema 'Op reis'. De foto maakte ik vorig jaar op De Parade tijdens de voorstelling Lost & Found van Glazen Kin.
De Reizigster
Achter de deuren stelt
zich de wet die hem
aan mij bindt, maar
achter het behang
wacht wat blijft als ik
wegga: hij hoort mijn
stilte als een vonnis?
aan, langs mijn wang
verglijden zijn handen
als rimpels op stilstaand
water: nooit blijf ik lang
de zinkende stenen
staan als avondkoffers
gepakt in de gang.
en waarom met maaiende armen
Wie mij 's morgens in alle vroegte de achterdeur van mijn huis ziet verlaten richting de poort naar de straat moet wel denken dat er een steekje los zit bij mij. Ik loop namelijk heftig zwaaiend met mijn armen van links naar recht over het pad langs het huis. Dat doe ik niet het hele jaar maar in dit seizoen wel. Het is namelijk spinnentijd. Ze spinnen in een mum van tijd de meest prachtige en gigantische creaties dwars over het pad van de schutting naar het huis en terug. En met een beetje pech loop je - als je niet met je armen zwaait om alle webben op voorhand weg te maaien met je hoofd in zo'n web of sta je oog in oog met zo'n kanjer.
Het fraaie exemplaar op de foto woont aan de buitenkant van het badkamerraam waar ik hem 's nachts tegen het melkglas dat verlicht wordt door de lantaarnpaal zijn prooien zie verschalken. Voor de foto - die 's morgens werd genomen - wilde hij wel even poseren.
OS X versie 1.6 is er
Is het geen pláátje, deze Snow Leopard die zijn naam leent aan het allernieuwste MacOSX? Ik heb het nieuwe systeem zojuist geïnstalleerd en mijn computer loopt weer als een zonnetje. Ik moet zeggen dat ik even wat problemen had om mijn printer aan de gang de krijgen maar dank zij snelle en deskundige hulp via Twitter is dat ondertussen ook in orde gekomen. De winter mag komen, mijn Snow Leopard en ik zijn er klaar voor!
Dichters op Dinsdag 103
Totaal witte kamer
Laten wij nog eenmaal de kamer wit maken?nog eenmaal de totaal witte kamer, jij, ik??dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal?de kamer wit maken, nu, nooit meer later??en dat wij dan bijna het volmaakte napraten?alsof het gedrukt staat, witter dan leesbaar??dus nog eenmaal die kamer, de voor altijd totale?zoals wij er lagen, liggen, liggen blijven?witter dan, samen -
Voor deze DiDi 102 koos ik een gedicht van Gerrit Kouwenaar dat gaat over een totaal witte kamer. De foto bij dit gedicht maakte ik in het Centraal Museum in Utrecht.
Totaal witte kamer
Laten wij nog eenmaal de kamer wit maken
nog eenmaal de totaal witte kamer, jij en ik
dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal
de kamer wit maken, nu, nooit meer later
en dat wij dan bijna het volmaakte napraten
alsof het gedrukt staat, witter dan leesbaar
dus nog eenmaal die kamer, de voor altijd totale
zoals wij er lagen, liggen, liggen blijven
witter dan, samen...
|
|