Afgelopen avond met Mieke's familie naar Mamma Mia geweest (een jaarlijkse traditie om rond Kerst samen uit te gaan). Amanda had de musical, als aankomend musicalster al gezien dus die was er deze keer niet bij. Wat moet je er van verwachten...? De kritieken zijn lovend, de muziek is van Abba en het concept komt ook nog eens uit de koker van Bjorn en consorten. Dan moet het op zijn minst toch garant staan voor een aangename avond. Alle verwachtingen werden driedubbel overtroffen. Wat een kwaliteit en perfectie! De zaal, het strakke decor, de kleuren, het plot, de teksten, de zangkwaliteit, het acteertalent, de wisselingen, het dansen, de kostuums, de choreografie... Vrijwel alles was van hoogstaande klasse. Je realiseert je eens temeer hoe fantastisch die Abba-composities eigenlijk zijn en hoe dat Zweedse kwartet hit na hit scoorde. Vroeger was het in bepaalde kringen niet echt 'cool' om te 'bekennen' dat je Abba goed vond. Zelf deed ik daar aan mee door het als 'Middle of the Road Pop' te bestempelen. Nu mag je er gelukkig openlijk voor uit komen hoe fantastisch die liedjes zijn.
Het verhaal speelt zich af op een Grieks eiland en gaat over een twintig-jarige dochter die gaat trouwen en wil weten wie van de drie voormalige vrienden van haar moeder, haar echte vader is. Ster van de avond was Simone Kleinsma als de moeder 'Donna'. Ik herinner mij haar voornamelijk van haar rol in 'Kees en Co'. Wat een talent en, verbazingwekkender, wat een zangstem heeft zij! De enige die mij en anderen in mijn gezelschap niet wist te overtuigen was 'Sam' de uiteindelijke partner van Donna, Filip Bolluyt, met zijn snor en te tengere postuur. Wij konden ons niet voorstellen dat hij de man was van Donna's dromen.
Zelfs het signaal dat de pauze voorbij was, werd aangekondig met een gong-geluid van een Abba tune. Na de pauze volgde wat mij betreft een hoogtepunt qua choreografie, decor en kostuums: een surrealistische scene waarin de hoofpersoon droomt en heen en weer geslingerd word tussen twijfels over wie haar echte vader is. Er was een zeer uitgebreide toegift met Waterloo in de oorspronkelijke uitvoering als hoogtepunt. Mijn ambivalente gevoel wat musicals betreft werd met deze uitvoering volkomen weggevaagd. Ik heb er geweldig van genoten.
klik foto voor vergroting
In korte tijd zagen we Fleurine, Diana Krall en afgelopen avond
Wende Snijders, drie talentvolle blonde zangeressen die met elkaar gemeen hebben dat zij erg veel zorg besteed hebben aan hun muzikale begeleiding. De eerste twee hebben voornamelijk jazzy repertoire. Wende heeft zich, (mede door haar jeugdjaren in het franstalige Guinee-Bissau) helemaal gericht op het Franse chanson. Al in juni hebben wij
op deze weblog aandacht besteed aan haar CD
Quand tu Dors. Inmiddels weet zij het
Beauforthuis een aantal uitverkochte avonden te bezorgen. Wende
(klik foto voor vergroting) is met haar zesentwintig jaren nog vrij jong en studeerde in 2002 af aan de Academie voor Kleinkunst in Amsterdam. Zij brengt naast werk van eigen hand, doorleefd werk voor het voetlicht van o.a. Brel, Piaf, Ferre en Barbara. Wat erg knap is, is dat zij een aantal chansons vrijwel naadloos in elkaar over laat lopen, waardoor er door de combinatie van afzonderlijke songs een soort verhaallijn ontstaat. Het nadeel van die aanpak is dat er tussendoor (behalve oogcontact) weinig ruimte is voor interactie met het publiek. Dat misten wij, en bleven daardoor een beetje buitenstaanders. Wende is een temperamentvolle vrouw die helemaal op gaat in de intense dramatiek van het chanson en voegt daar op haar eigen manier nog behoorlijk wat passie aan toe
(zie filmpje van Mieke). Ze draait met haar lichaam schopt met haar voeten en spot op de bekende Franse manier. La valse a mille temps van Brel klonk alsof het haar eigen chanson was. Haar talent werd nog eens benadrukt door een Nederlandstalige sketch op muziek over een gefrustreerde relatie, met een erg treffende tekst, die erg goed door haar werd geacteerd. Er was niet echt een pauze, maar terwijl de begeleiding door speelde, kwam Wende terug in een rode jurk, om vervolgens plaats te nemen achter de piano. Wat volgde was een Engelstalige blues met een schitterende trompet-solo van multi-instrumentalist Rogier Bosman, die ook accordeon speelde en percussie voor zijn rekening nam. Haar band bestond verder uit twee violisten, cello en aan de vleugel pianist-arrangeur Bart Wolvekamp. De arrangementen (al dan niet van zijn hand) waren soms gedurfd en eigenwijs. Wende is een multitalent die nog volop in ontwikkeling is en dat is een belofte voor nog meer goeds. Naast chansons zou zij ook zomaar een jazzy singer-songwriter op piano kunnen zijn of als zij echt contact maakt met het publiek zou zij ook deel kunnen nemen aan een cabaret. Wat me tegenviel van het publiek in de zaal was dat zij geen toegift 'afdwongen'.
Foto: Hans Speekenbrink
We waren gisterenavond bij de voorstelling Smoeder van "Mug met de gouden tand" in de Brakke Grond te Amsterdam. Stel je voor een podium met daarop een keukentafel vol rommel, papieren, thee, kopjes en er naast twee stoelen. Twee mensen en een hond kuieren op hun gemak over het podium terwijl de hond alle binnenkomende toeschouwers vriendelijk besnuffelt en zich door alle mensen op de eerste rij even laat aanhalen. Zonder dat wij er erg in hebben pakken Maria Goos en Marcel Musters de voorstelling op en beginnen te vertellen. Eerst Marcel over het bandje dat te horen is van zijn tantes. Vervolgens gaat het verhaal naadloos over de moeders en op het indertijd aanstaande overlijden van Marcels moeder, dat aanleiding voor Maria en Marcel was om over hun moeders te gaan praten. Marcel's moeder is nu bijna twee jaar dood en Maria's moeder zeventien jaar.
Mijn moeder is 22 jaar dood en ik herken zoveel van de emoties die langs komen bij beiden.
Prachtig is het hoe ze allebei hun moeder "neerzetten", ons mee laten kijken naar de vrouwen die ze waren, zich afvragen of hun moeders gelukkig waren. Ogenschijnlijk spontaan en zonder enige moeite wisselen Maria en Marcel van rol tussen zichzelf, hun moeder, de anders moeder en soms zelfs hun vader. En wij worden in hun verhalen gezogen, in het beeld dat ze van hun moeders voor ons oprichten. Er zitten momenten in van glimlachen, van herkenning, van een lach die door de zaal rolt, van ontroering en van tranen die ineens over je wangen lopen. Ook de hond doet mee in het drama en zoekt op momenten van grote emotie contact met Maria of Marcel en vraagt om aandacht. Aan het begin van de voorstelling veranderden de mensen op het toneel in acteurs en aan het eind in de moeders van Maria en Marcel die in mildheid terugkijken. "Ze willen dat ik een teken geef, maar dat doe ik niet hoor! Ze moeten het nu zonder mij doen." En terwijl het licht uitgaat en we nog het zwaaiende handje zien en het zachte "dag" horen van de moeders, blijven wij met een brok in ons keel achter.
Wat een geweldige voorstelling. Zo herkenbaar en met zoveel mildheid en liefde gemaakt! Een monument voor alle moeders en een aanrader voor iedereen die een moeder had of heeft. Ze spelen nog wat extra voorstellingen in Breda (waar Maria vandaan komt) dus als je kunt ga er heen. Voor meer Smoederdingen, geluidsfragmenten, muziek, verhalen en foto's kun je
hier terecht.
Breng twee experimentele Oosterse en twee Westerse musici bij elkaar en luister naar het resultaat. Dat was zo'n beetje de essentie van het optreden van ChinaTown - Wu, Xu & The 2 Als in het
Beauforthuis gisterenavond in het kader van de De
Music World Series. Dit initiatief brengt muzikanten bij elkaar die ideeen uit verschillende culturen tot nieuwe verhalen smeden. Improvisatoren uit alle werelddelen gaan samen aan de slag om van overeenkomsten en verschillen iets nieuws te maken. Het initiatief van deze combinatie kwam af van de Nederlandse Canadees Alan Laurillard, onderzoeker van klank en ruimte. Samen met pianist, beeldend musicus en componist
Albert van Veenendaal begeleidt hij de Chinese musici Xu Fengxia en Wu Wei, beiden uit Shanghai afkomstig (klik foto voor vergroting). Het thema lijkt op een regenachtige middag verzonnen te zijn en zou gaan over de vervanging van de stad Shanghai in 2034. Shanghai zou ieder jaar een centimeter verder in de drassige bodem weg zinken en zou op een nieuwe plaats weer moeten verrijzen. Wat ik gisterenavond hoorde is de aanzet voor een opera rond dit gegeven. Soms is de werkelijkheid mooier dan de verhalen eromheen. Dat was zeker van toepassing op dit gezelschap. Wat al meteen opviel waren de instrumenten. Xu Fengxia bespeelt de Guzheng een indrukwekkend klassiek Chinees snaarinstrument, Wu Wei is meester op het imposante Chinese mondorgel de sheng. Een mysterieus uitziend object dat vier kilo weegt er uit ziet als een bundel bamboo stokken en gevuld is met warm water. Alleen door er mee te bewegen is het mogelijk dit instrument te bespelen. Wu Wei gebruikte het tevens als percussie instrument. Het was moeilijk de muziek te duiden. Het woord Avant Gardistisch kwam in mij op. Duidelijk was dat de twee Chineese muzikanten een degelijke traditione scholing achter de rug hadden maar volledig open staan voor experimentele muziek. De Twee Al's ondersteunden dat volledig met geprepareerde piano, keyboard en geluidssamples die zoals ik al zo vaak zag met behulp van een Apple Powerbook 'verwerkt' worden. Het geheel was in tegenstelling tot veel andere experimentele muziek aangenaam voor het oor. De vier muzikanten voelden elkaar ondanks culturele verschillen perfect aan en weefden de klanktapijten tot een harmonisch geheel. Het klonk zelfs alsof het goed voorbereid en uitgewerkt was in bladmuziek. Dat was deels ook zo maar het bleek toch grotendeels improvisatie te zijn. Er werden gezamenlijke en individuele composities gespeeld waarbij opviel dat Xu Fengxia erg veel in haar mars heeft. Naast haar snaarinstrument waarop zij ook percussie speelt kan zij met haar stem de meest wonderlijke geluiden voortbrengen van ijle hoge geluiden tot het lage raspende geluid van Tibetaanse monnikken. Zij was dan ook de enige die haar eigen CD aan kon bieden. Het is nog onduidelijk of dit gezelschap hun samenwerking verder uit gaat bouwen maar het was beslist de moeite waard om erbij geweest te zijn.
Foto's: Hans Speekenbrink
Spaanse Vlieg is een afrodisiacum dat gemaakt wordt van klein kevertje en dat bij minimale hoeveelheden al gevaarlijk is voor de gezondheid. Als dat een voorbode is van wat het publiek bij de voorstelling van Spaanse Vlieg tegemoet kan zien, dan kan het er nog heet aan toe gaan in het
Beauforthuis op 11 december a.s.
Spaanse Vlieg wordt wel vergeleken met Spinvis, zij het dat Spinvis het in zijn homestudio doet en Spaanse Vlieg het doet met een akoestische bezetting op het podium. Het trio (bestaande uit Harry Leurink, Theo Fonki en Jaap van Keulen) is actief sinds 2001 en speelt een volstrekt uniek genre dat wellicht het beste aangeduid kan worden met de titel flamenco-rock. Te horen aan de voorproefjes op hun
site zijn het ijzersterke teksten op pakkende gitaarmuziek. In hun recensies wordt geschreven over invloeden van Nick Cave, Richard Buckner, Giant Sand en Calexico. Een interessante en ongekende cross-over lijkt mij van flamenco, folk, country en jazz. We horen heel vaak van mensen teksten als "had ik het maar geweten" of "dat had ik graag willen zien" als we recensies schrijven van voorstellingen waar we waren. Dus als je niet (net als wij) verhinderd bent moet je hier volgens mij gewoon naar toe gaan!
|
|